h

Mestfabriek? Nee, bedankt!

25 oktober 2012

Mestfabriek? Nee, bedankt!

Wie door het buitengebied van Gemert-Bakel fietst, ruikt ze wel eens: enkele van de ongeveer 200 duizend varkens in Gemert-Bakel en 1,4 miljoen kippen. Deze dieren produceren meer mest dan de grond kan verdragen. In Gemert-Bakel ongeveer 711 miljoen kilo mest per jaar. Daarom zien we mestsilo’s in het landschap . En ook horen we daarom de roep om het bouwen van een mestvergistingsfabriek in Gemert-Bakel. Volgens de SP Gemert-Bakel moeten we dat niet willen. Wij zeggen: mestfabriek? Nee, bedankt!

Te veel mest in de grond kan leiden tot algengroei in een visvijver of ander oppervlaktewater.
Stilaan is het voor de veehouderij in Nederland 3 voor 12. Door jarenlang te veel mest in het land en in het grondwater te brengen wordt de natuur overbelast. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot algengroei in vijvers. En daardoor verdwijnen waterplanten, vertroebelt het water en wordt de visstand eenzijdig. Nederland voldoet al jaren niet aan de richtlijnen van “Europa” als het gaat om gezonde grond. Dat kan zo niet blijven duren.

Veestapel te groot
Een mestvergistingsfabriek is echter niet de oplossing. Zeker niet als er vele in het Brabantse land zouden verschijnen. Een mestfabriek geeft ruimte aan meer mest en daarmee aan verdere groei van de veestapel. En dat terwijl de veedichtheid hier al veel te groot is. Beter is om de bestaande cirkel te doorbreken en te werken aan een kleinere veestapel en kleinere bedrijven. Wij willen geen vee-industrie in Gemert-Bakel.
Verder kent een mestvergistingsfabriek in een dorp nog meer nadelen. Denk aan stank en (fijn)stof, denk aan de vele vrachtwagens die op en neer rijden. 60 af en aan per dag!. Denk aan de mogelijke onveiligheid voor medewerkers in de fabriek. En mest bestaat grotendeels uit vervuild water, met stoffen als koper en zink. Waar blijven we met dat water? Is dat loosbaar? En zijn onze dieren in De Rips, de Molenbroekse loop, de visvijver of de Aa daar blij mee? De gevolgen voor het oppervlaktewater zijn onduidelijk.

Wijziging Bleker
Mestfabrieken kun je niet los zien van de wettelijke regelgeving. Die combinatie lijkt groei van de veestapel aan te gaan jagen. Want kennelijk is het vanaf 2015 wettelijk mogelijk om nog meer beesten te houden dan nu. Maar daar heb je als veehouder weinig aan, als je je mest niet kwijt kunt. De oplossing? Mestfabrieken. CDA- staatssecretaris Bleker heeft nu een wijziging van de Meststoffenwet naar de Tweede Kamer gestuurd. Die moet er voor zorgen dat de te bouwen mestfabrieken ook daadwerkelijk aanvoer van mest krijgen. Boeren worden per 1 januari 2013 verplicht een percentage van hun overschot aan mest technisch te laten verwerken. En volgens Bleker verdwijnt daarmee de dierlijke mest, die kunstmest wordt. Daar heeft “Europa” nog geen goedkeuring voor gegeven. Maar Bleker heeft het alvast in zijn ontwerpwetswijziging staan.
De wijziging van de Meststoffenwet is tot stand gekomen in samenwerking met de veesector. Maar zonder inbreng van andere maatschappelijke groeperingen. Een kwalijke zaak.

Opvallend
De SP Gemert-Bakel is tégen de komst van een mestvergistingsfabriek en vóór verkleining van de veestapel. B&W heeft op 17 oktober de intentieverklaring voor een fabriek op Wolfsveld al getekend. Dat is nog voordat het initiatief in een openbare raadsvergadering besproken is. Opvallend.
De SP vindt een mestvergistingsfabriek in Gemert-Bakel geen verrijking, maar een verarming voor de gemeente. Minder mest is beter.

U bent hier